Zwembadwater werd waterwerf 

door Renée Moernaut

Elke Aalstenaar ouder dan veertig maakte er ooit zijn eerste zwembadplons. Vandaag wordt er enkel nog aan droogzwemmen gedaan en nemen schildersezels en prominente bustes de plaats in van de joelende klassen schoolslagzwemmertjes. Het Oude Zwembad van Aalst vormt al jaren de lokale kunstacademie, maar toch blijft de echo van zijn verleden hangen. Ook, meer dan ooit, tijdens Open Monumentendag, afgelopen zondag 9 september.

Kinderstemmen weergalmen in de hoge ruimte, ketsen af tegen waterverfblauwe wanden en vloeren en een vaalgrijs, gebogen plafond: ‘Echo’, klinkt het in een lach. En: ‘Plons’. Wie al te geconcentreerd luistert, meent tussen het gejoel door nog het zachte druppen van een lekkende douchekraan te horen. Wellicht is het verbeelding. Net zoals de scherpe chloorsmaak dat moet zijn, die zich nog steeds lijkt te vermengen met het ziltig-zoete van verf, papierkrullen en vers gesneden hout. In een hoek verschuilt zich nog een afvoerputje. Al jaren buiten dienst, behalve misschien als ontsnappingsroute voor een potje verfwater.

‘Ik stelde me meteen een idyllische scene voor met mensen in badpak die als dartelende idioten van lestafels doken.’ (Un(der)coverfotografe Els Westhovens)

‘Het zwembad dateert van de jaren dertig. De stad schreef toen een wedstrijd uit. De 23-jarige Gentse architect Willy Valcke, leerling van de grote meester Le Corbusier, won.’ Zo begint de man zijn verhaal, dat doorspekt zal worden van grapjes, anekdotes en het nodige archiefmateriaal. ‘Toen het zwembad klaar was, lag heel Aalst plat. Zo’n futuristisch gebouw vol licht en beton had niemand ooit gezien. En dat in de jaren dertig, de grauwe periode van de depressie! Maar zelfs nu oogt de constructie heel modern en functioneel. Het lijkt wel alsof ze gemaakt is om als kunstacademie te dienen. Toch zit de school hier pas sinds 1995, twaalf jaar na de sluiting van het zwembad.’

Achter de glazen wanden, die de zwembadkuil vandaag onderdeel maken van een grote, doorzichtige doos, trekken de klaslokalen voorbij, terwijl de gids zijn groep met forse tred rond het bad leidt. Manshoge schilderijen, beeldhouwwerken, kunstwerkjes in hout, karton of metaal, kasten vol tekenpapier en potloden van H tot B, stoffige opgezette vossen, arenden en eekhoorns, schildersezels vol verfspatten, rekken volgestapeld met kommetjes, potten, vaasjes, gieters, gedeukte ketels en een enkel paar klompen... vormen vandaag het decor voor het publiek aan de zwembadrand.

‘Ik ben hier vroeger nog naar school geweest. Nu ja, in de vroegere jongensschool naast de deur’, fluistert Marc Suenaert, een kalende vijftiger, die elk woord van de gids aandachtig in zich opneemt. ‘En nog eerder, als zesjarig kereltje, leerde ik hier zwemmen’, knikt hij vol trots. ‘Kijk, daar, in het ondiepe trok ik mijn eerste baantjes.’ Op de plek die zijn vinger aanwijst, neemt vandaag een school tekenbanken, kriskras door elkaar, de plaats van de zwemmers in. ‘Het was altijd enorm druk in het zwembad’, vervolgt hij. ‘Geen wonder: zo’n modern bad was in die tijd uitzonderlijk.’ Of de nostalgie hem hierheen heeft gelokt? ‘Jawel. Geschiedenis intrigeert me. Hoewel ik een echte Aalstenaar ben en hier om de hoek woon, hoor ik vandaag nog veel nieuwe dingen.’

Twee trappen naar beneden leiden naar het diepe. ‘Drie meter onder water staan we hier. Hou je adem maar goed in!’, galmt de gids. Onder het – vandaag de dag betonnen – oppervlak blijft de wollige mengeling van hout, lijm en vernis zwaar hangen. ‘Buiten het zicht van de Duitse badmeesters gaven de mannen van het verzet tijdens de oorlog hier hun geheime boodschappen aan elkaar door. Het zwembad was zowat hun zenuwcentrum’, haalt de gids een van zijn vele anekdotes op, in een – bijna samenzweerderige – fluistering. Houtkrullen nemen ondertussen de plaats in van de geheime briefjes die uitgewisseld werden. ‘Van zwembroek tot zwembroek’, knipoogt de man.

‘En kijk, de oorspronkelijke tichelkes hangen er ook nog aan’, wijst hij even later naar de typische witte zwembadtegels die half verscholen gaan achter hamers, schroevendraaiers en de scherpe tanden van een zaag. ‘Heel zacht’, nodigt hij zijn publiek uit voor een streling. En inderdaad, de zijdeachtige kabbeling van het water – ‘kalkvrij, rechtstreeks uit de Maas’ – dringt nog steeds diep door in je vingers bij een enkele aanraking.

‘Tijdens de oorlog wisselden de verzetsleden onder water boodschappen uit. Van zwembroek tot zwembroek!’ (Gids Open Monumentendag)

‘Ik houd van zaken die niet vanzelfsprekend zijn. Van dingen die vreemd zijn, en een beetje gek of grappig’, vertelt de – net afgestudeerde – grafisch vormgeefster. ‘Om deze beelden te schieten, ging ik zelf ook uit de kleren, solidair met mijn modellen. Samen dwaalden we enkele uren in badpak rond in de school. Je kan je wel inbeelden dat dat vaak tot vreemde blikken leidde van voorbijgangers. Ik ben blij dat mijn modellen dit aandurfden. Naar mensen zoals zij – heel gewone mensen, met allerlei maten en gewichten – ga ik immers telkens op zoek.  Het menselijke aspect van mijn foto’s is heel belangrijk.’

‘De magnifieke architectuur – in de traditie van le Corbusier – inspireerde me ook’, wijst ze even later rond naar de typische kenmerken van het gebouw. ‘En ik was meteen helemaal weg van die blauwe vloer, de gang langs het bad met de zwarte streep, de trappen... echte zwembadtrappen!’

Dat het publiek Els’ enthousiasme deelt, wordt snel duidelijk. Het kleine meisje met de zwarte krullen kan nauwelijks een monkellachje verbergen bij het zien van een aangespoelde crawlzwemster op de vloer van de waterblauwe gang. Een oudere vrouw breekt even los uit de groep voor een tweede blik op een van de foto’s. ‘Prachtig. Rustgevend’, prevelt ze bij een beeld van drie bikinimeisjes aan de ‘zwembadrand’. ‘Een van mijn eigen favorieten is de douchescène’, glimlacht Els. ‘Ik houd ervan omdat het pure gekte is: een douche zonder water is misschien nog nuttelozer dan een zwembad zonder water. En toch is het geloofwaardig. Ongelooflijk! Wat een afvoerputje en een flesje zonnemelk al niet kunnen doen.’

Vijftien paar schoenen volgen nog even de weg die ontelbare blote waaghalsvoeten ooit namen naar de hoogste springplank. Boven wacht niet een ademsnoerende diepte, wel een volgende reeks klaslokalen. Ook hier – meters boven de oude zwemkuip – heeft de vloer een diepblauwe kleur en dwaal je rond in een mysterieuze kunstwereld achter glas. In de schilderklas vormen de gele, paarse, groene en rode verfspatten op de grond nog de luchtbelletjes van duikers en verzetsleden die al jaren verdwenen zijn. En in de hoek van de klas tellen de zachte druppels van een lekkende kraan in een potje verfwater geduldig de seconden tussen verleden en heden op.
t. 0497 92 72 87
Ghent, Belgium